vrijdag 03 april 2020

Corona, positieve psychologie en geestelijke gezondheid

Zorg bij psychische problemen door Corona blijft achter

Auteur(s)
Jan Auke Walburg

Kan de positieve psychologie bijdragen aan onze omgang met het Corona virus? Deze pandemie heeft natuurlijk voor ons allemaal ingrijpende gevolgen. Voor veel mensen is het niet makkelijk om goed overeind te blijven door hun persoonlijke zorgen en zorgen over dierbaren en over hun werk. Voor anderen betekent het virus dat ze een buitengewone inspanning leveren om patiënten te verplegen en ondersteunen.

In deze eerste column over het Corona virus wil ik eerst ingaan op de gezondheidsaspecten, wat meer in het algemeen. Eén van de aannames bij gezondheid is dat ziekte en gezondheid een normaalverdeling volgen. De curve heeft de vorm van een kerkklok. In het midden de grootste groep met een alleszins redelijke gezondheid en goed welbevinden. Aan het ene extreem zit een kleine groep met ernstiger gezondheids en welzijnsproblemen en aan de andere kant van de curve een kleine groep die volop floreert, gezond is en een hoog welbevinden ervaart. Een belangrijke ambitie van de positieve psychologie is om het gemiddelde van die klokvormige curve in positieve richting op te schuiven zodat met het bevorderen van de gemiddelde gezondheid de groep mensen met ernstiger problemen kleiner wordt en de groep die floreert groter. Wat er nu gebeurt met het Corona virus is precies een omgekeerde beweging. U en ik, iedereen, maakt zich zorgen over het virus en de gemiddelde angst en zorg in de bevolking neemt toe. Dat betekent dat ook het aantal mensen met ernstige problemen toeneemt. Vanuit het perspectief van gezondheid is het natuurlijk allereerst van belang om het virus in te dammen. Maar tegelijk neemt het aantal psychische klachten toe en erger: mensen die toch al een angststoornis of een depressie hebben kunnen zieker worden en de mensen die daartegen aanhangen, die kwetsbaar zijn voor psychische problemen kunnen een angststoornis of depressie ontwikkelen. Een enquête die Mind op 1 april publiceerde bevestigt het beeld van toenemende angst, depressie, paniek, eenzaamheid en slaapstoornissen. Tegelijk zien we ook dat het grootste deel van de bevolking veerkrachtig reageert op de pandemie. Maar het gaat nu even om de mensen bij wie de psychische problemen toenemen.

Geen centraal gecoördineerde infrastructuur voor de geestelijke gezondheid
Tegelijk met het opbouwen van een infrastructuur met ic-bedden en Corona tests is het evenzeer van belang om het aanbod van de psychische hulpverlening aan te passen. Maar juist op dat gebied is er geen centrale regie en het aanbod van informatie en hulpverlening is verwarrend en provisorisch. Er zijn heldere regels voor de omgang met het virus, er is een centraal geleide informatiestructuur maar als het gaat om geestelijke gezondheid schieten de tips en de informatieboodschappen alle kanten op. Rijp en groen mag zeggen hoe mensen het beste hun leven kunnen inrichten. Veel behandelaars en coaches hebben de weg al gevonden en houden via het internet contact met hun cliënten. Dat is een uitstekende oplossing en alle respect voor de individuele creativiteit. Maar er is meer nodig.

Trapsgewijze ondersteuning
Uitgaande van de principes van trapsgewijze ondersteuning is een aantal stappen te onderkennen.

Stap 1. Bedrijven en scholen staan met het grootste deel van de bevolking in contact en kunnen, ook als zij hun mensen thuis laten blijven, een belangrijke voorlichtende taak hebben. Hoe ondersteun je kinderen en hun ouders, niet alleen als het gaat om kennisoverdracht, daar zien we veel mooie voorbeelden, maar ook in de omgang met elkaar als je een tijdlang zo bovenop elkaar zit? Hoe pak je het thuiswerken aan, zeker als je ook kinderen thuis hebt en het afgeraden wordt om grootouders in te schakelen? Hoe ga je om met de zorg over je baan? Dat zijn dringende vragen die bedrijven en scholen kunnen beantwoorden om ongezondheid en spanning te voorkomen. Arq (www.arq.org) biedt informatie op hun site maar die moet wel verspreid worden en dat kan het meest effectief als bedrijven en scholen dat zelf doen aan hun eigen mensen.

Stap 2. Iedereen kent in de eigen omgeving zonder twijfel mensen die het extra moeilijk hebben omdat ze angstig of somber van aard zijn, of omdat ze een andere goede reden hebben om zich zorgen te maken, over ouders, zieken, mensen die alleen zijn of eenzaam. Aan hen extra aandacht geven is het eerste wat we kunnen doen.

Stap 3. Laagdrempelige aandacht voor mensen met grotere zorgen. Daar wordt sinds kort voor een deel in voorzien door de Rode Kruis hulplijn die het aantal vragen om psychische hulp nauwelijks aankan. Deze lijn werkt met vrijwilligers, en ook professionals kunnen zich daar melden. Er is een luisterlijn, een kindertelefoon, er is Mind, Korrelatie en voor mensen uit andere culturen is er de Mihad helpdesk. Het RIVM heeft een vacaturebank voor vrijwilligers. Maar eigenlijk zou je verwachten dat de GGZ een centrale hulplijn opzet en bemant die ook aan triage kan doen; het doorverwijzen bij ernstiger problemen.

Stap 4. Soms is een luisterend oor niet genoeg. De angst of depressie, smetvrees of paniek begint op te spelen en verdwijnt niet met een geruststellend gesprek. Dan zou e-mental health een optie kunnen zijn. GGZ Nederland heeft richtlijnen opgesteld voor en verzamelt anonieme e-health interventies (mkwist@ggznederland.nl). Zij geven informatie over apps en hoe via het internet goed met cliënten te communiceren is (zoals lifesize, vicasa en Zivver). Er zijn zelfs Webinars over digitaal behandelen (www.ehealthspecialists.com). Toch is dit alles bij lange na niet genoeg. Je zou echt mogen verwachten dat een kenniscentrum of GGZ Nederland op korte termijn alle beschikbare e-health interventies gratis beschikbaar stelt op een centrale en makkelijk te vinden plaats. Waarbij de GGZ-instellingen zorgen voor eventuele persoonlijke begeleiding bij het programma of voor een persoonlijk gesprek.

Stap 5. Persoonlijke hulpverlening bij ernstige klachten. Het is ondenkbaar dat GGZ-medewerkers belemmerd worden in hun contacten in verband met het Corona risico. Wat te denken van al die artsen en verpleegkundigen in ziekenhuizen en van de thuiszorg?  Voor hen is er overigens gelukkig sinds 1 april een contactpunt psychosociale ondersteuning zorgprofessionals, opgezet door ArQ Nationaal Psychotrauma Centrum. Het is goed mogelijk om heldere richtlijnen te geven om bij persoonlijk contact het risico te vermijden zoals afstand houden en mondkapjes. Een wachtlijst bij acute psychische problematiek lijkt uitermate ongewenst.

Een netwerk voor mentale ondersteuning
Veerkracht in een gemeenschap houdt in dat die gemeenschap de schade of de afgenomen kwaliteit van leven door een externe gebeurtenis kan verwerken en overwinnen. Informele netwerken vormen daarbij een eerste bron van steun en opvang. En in Nederland lijkt die steun ook ruimschoots gegeven te worden. Dat kan veel mensen helpen. Een tweede bron van steun kan voortkomen uit het formelere zorgnetwerk. We zien dat het medische netwerk razendsnel in de hoogste staat van paraatheid ondersteuning biedt. Het netwerk voor mentale ondersteuning blijft daar ver bij achter terwijl de urgentie om ook psychische hulp te bieden groot is. Er zijn prachtige lokale en individuele initiatieven. Maar wat we missen is een gevoel van urgentie. Een centrale regie, een brede uitrol van effectief gebleken interventies als e-mental health en de ggz instellingen zijn lang niet allemaal goed te bereiken. Ook gemeentes, bedrijven en scholen lijken de psychische problemen te onderschatten. Mensen moeten thuis aan het werk zonder richtlijnen vanuit de werkgevers terwijl zij wel geacht worden eenzelfde productie te leveren. Een goed opgezet netwerk kan problemen voorkomen en aanpakken, ook in een bevolking die grotendeels veerkrachtig op de crisis reageert. Zo’n aanpak voorkomt leed en kosten en het is te hopen dat het snel anders wordt.

Samengevat:

Het is van belang om ernst te maken met de opzet en ondersteuning van een antwoord op de psychische problematiek die onvermijdelijk samenhangt met het Corona virus.

Daartoe is nodig:

  1. Centrale instructies voor bedrijven en scholen om informatie te verspreiden over de beste manieren hoe om te gaan met thuiswerken en thuiszittende kinderen zodanig dat de kans op spanning en onzekerheid kleiner wordt.
  2. Verstrekken van informatie over de extra aandacht die bepaalde risicovolle groepen kan helpen om de crisis te hanteren
  3. Opzetten centrale GGZ-hulplijn met triagefunctie
  4. Beschikbaar stellen op een centrale goed te vinden plaats van alle effectief gebleken e-health interventies
  5. Geen wachtlijsten in de GGZ en voortzetting face to face contacten bij cliënten voor wie dat nodig is.

 

Over de auteur: Jan Auke Walburg


    Uw internetbrowser is verouderd.

    Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.