De Ockhamvraag: Is jouw geluk voor 50% genetisch bepaald?
>> De Ockhamvraag verscheen van 2015 - 2021 in het Tijdschrift Positieve Psychologie en is gratis te downloaden op www.ProfessioneelBegeleiden.nl
Volgens Van Ochkam (1288-1347) mogen er aan wetenschappelijke theorieën geen aannames worden toegevoegd die niet strikt noodzakelijk zijn. In deze rubriek beantwoordde Hein Zegers vragen uit de positieve psychologie dan ook eenvoudig mogelijk maar niet eenvoudiger.
Deze column over geluk verscheen in de tweede uitgave van 2020. <<
50% van jouw geluk is door jouw genen bepaald, 10% door omstandigheden en 40% door dingen die je zelf doet.” Deze uitspraak hoor je regelmatig in populariserende praatjes over positieve psychologie. Dikwijls vergezeld van een taartdiagram met drie bonte partjes van 50%, 10% en 40%. Maar klopt deze uitspraak? Kort antwoord: neen. Bovenstaande uitspraak is een voorbeeld van een overdreven vereenvoudiging van medisch-wetenschappelijk onderzoek. Daarom is het onze Ockhamvraag die we hier wetenschappelijk proberen te beantwoorden, zo eenvoudig mogelijk maar niet eenvoudiger dan dat: is jouw geluk voor 50% genetisch bepaald?
Het is allemaal begonnen met een artikel uit 2005 van Sonja Lyubomirsky (Lyubomirsky et al., 2005). Hierin wordt voor het eerst de ‘gelukstaart’ gepresenteerd, met “drie primaire factoren die het chronisch geluksgevoel beïnvloeden”: 50% genetica, 10% omstandigheden en 40% intentionele activiteiten. Let op: hier gaat het nog over het chronisch geluksgevoel, niet over ‘jouw’ chronisch geluksgevoel. En precies daar begint het schoentje te wringen.
Dit onderzoek zegt niets over het geluk van Marie of Piet.
Dit genetisch onderzoek naar determinanten van geluk spreekt immers uitsluitend over een bevolking. Dus: ‘binnen een bevolking is de variantie in geluk voor 50% genetisch bepaald.’ Dit is onderzoek op populatieniveau. Het zegt niets over het geluk van Marie of Piet.
Geen bal
Ach, zo belangrijk is dat toch niet? Toch wel. Stel je voor, je leest in de krant: ‘Het coronavirus COVID-19 heeft bij bevolking X een mortaliteit van 5%. Dus als je deze ziekte krijgt, kan jouw hand afsterven, want jouw hand maakt ongeveer 5% uit van jouw lichaam.’ Je merkt wel hoe fout deze uitspraak is. Populatie en individu worden hier verkeerdelijk door elkaar gehaspeld. Dezelfde fout maakt je wanneer je beweert dat 50% van jouw geluk genetisch bepaald is.
Of wat vind je van de volgende uitspraak: ‘Het is wetenschappelijk bewezen dat jij één teelbal hebt.’ Op populatieniveau klopt deze uitspraak. Gemiddeld gesproken heeft een mens immers één teelbal (zowat de helft van de bevolking heeft er geen, de andere helft heeft er twee). Maar op individueel niveau is deze uitspraak natuurlijk absurd. Welnu, de uitspraak ‘50% van jouw geluk is genetisch bepaald’ is even absurd. Ook van deze uitspraak klopt geen bal.
Fout
Daarnaast rijst de vraag of deze drie factoren de enige factoren zijn die ons geluk bepalen, en of er geen foutenmarge is (Brown & Rohrer, 2019). Bovendien blijkt ook op bevolkingsniveau deze 50% niet correct. Recenter onderzoek wijst uit dat chronisch geluk op populatieniveau voor zelfs 70-80% genetisch bepaald zou kunnen zijn (Nes & Røysamb, 2017).
Samengevat: ook al klinkt-ie misschien mooi, de uitspraak ‘jouw geluk is voor 50% genetisch bepaald’ is dus echt wel goed fout.
Referenties
- Brown, N. J., & Rohrer, J. M. (2019). Easy as (happiness) pie? A critical evaluation of a popular model of the determinants of well-being. Journal of Happiness Studies, 1-17.
- Lyubomirsky, S., Sheldon, K. M., & Schkade, D. (2005). Pursuing happiness: The architecture of sustainable change. Review of General Psychology, 9, 111–131.
- Nes, R. B., & Røysamb, E. (2017). Happiness in behaviour genetics: An update on heritability and changeability. Journal of Happiness Studies, 18, 1533–1552.
