woensdag 13 juni 2018

Is passie positief?

Hoe maak je een motivatieposter? Stap 1: kies een mooie foto. Iets met natuur. Groots. Een ondergaande zon bijvoorbeeld. Stap 2: plak hierbij het portret van een inspirerende persoon. Stap 3: plak hieronder, in grote letters, het woord ‘passie’. En hop, klaar is Kees. Passieposters verkopen als zoete broodjes. Maar niet iedereen ziet passie als positief. Boeddha beschouwt passie zelfs als één van de verlangens die oorzaak zijn van alle lijden. Wat zegt nu de wetenschap? Dat is de Ockhamvraag die we deze keer proberen te beantwoorden, zo eenvoudig mogelijk, maar niet eenvoudiger dan dat: is passie positief?

Om deze vraag te beantwoorden, trekken we naar Canada. Aan de Université du Québec à Montréal werkt Professor Robert – “zeg maar Bob” – Vallerand. Een bescheiden man. Bekender dan zijn persoon is zijn werk rond ‘intrinsieke en extrinsieke motivatie’. Die termen hebben we aan professor Vallerand te danken. Al meer dan dertig jaar bestudeert hij binnen die onderzoekslijn ook ‘passie’. Of passie positief is? Vallerand krabt in zijn baard. Zoals meestal blijkt het antwoord op de vraag genuanceerder dan een slogan op een motivatieposter. 
Vallerand beschrijft passie als “een sterke neiging naar een activiteit die je leuk vindt, die je belangrijk vindt, en waarin je tijd en energie investeert.” Maar daarbinnen onderscheidt hij twee vormen van passie. Enerzijds is er harmonieuze passie. Deze passie brengt je ertoe om te kiezen om je te engageren in een activiteit die je graag doet. Harmonieuze passie heeft meestal positieve effecten. Anderzijds is er obsessieve passie. Obsessieve passie produceert een niet te controleren drang naar een activiteit. Dat laatste is niet altijd positief.

Vallerand geeft een persoonlijk voorbeeld. “Ik speel graag gitaar”, vertelt hij. “Heel graag. Voor mij is het een obsessieve passie. Stel nu, ik geef morgen een lezing. Die moet ik nog voorbereiden. Maar vrienden vragen me om mee te komen spelen op mijn gitaar. Dan voel ik een niet te controleren drang om te gaan spelen. Tijdens en na het spelen voel ik me dan schuldig. Bovendien is mijn presentatie de volgende dag slecht voorbereid. Ik voel me ellendig. Dit voorbeeld illustreert: obsessieve passie kan je flink ongelukkig maken.”

De sleutel is dus of je zelf in staat bent om te kiezen voor de activiteit van jouw passie. Als je vrij kan kiezen, dan heb je een harmonieuze passie, en dat is doorgaans positief. Als je niet flexibel bent en jouw activiteit moet doen, dan heb je een probleem.

Ikzelf ben bijvoorbeeld al meer dan twintig jaar lang gepassioneerd bezig met wetenschappelijk onderzoek naar welbevinden. Stel nu: een motivatieposter verkondigt in grote letters een wetenschappelijk foute claim. En stel dat ik plots een onweerstaanbare drang zou voelen om die poster van de muur te trekken. Ook al zou ik dat echt goed bedoelen – “mensen behoeden voor objectief foutieve informatie” – toch zou dat een obsessieve passie zijn. En word ik er niet gelukkig van. De eigenaar van de poster evenmin. Als ik echter vanuit mijn wetenschappelijke passie kies om bijvoorbeeld deze column te schrijven, dan is dat een harmonieuze passie. En kan mijn harmonieuze passie voor wetenschap positieve gevolgen hebben. Immers: “Wetenschap is niet alleen een discipline van de rede, maar ook een van romantiek en passie”, zei Stephen Hawking. Althans volgens een motivatieposter. Met daarbij een portret van de wetenschapper in zijn rolstoel, op een achtergrond van een weidse sterrenhemel.

 

Hein Zegers is de eerste positieve psycholoog van België. Wereldwijd onderzoekt hij eenvoud, welzijn en zin. www.HeinZegers.com   

 

Referenties
Vallerand, R.J. (2008). On the psychology of passion: In search of what makes people's lives most worth living. Canadian Psychology, 49, 1-13.
Vallerand, R. J. (2015). The psychology of passion: A dualistic model. Series in Positive Psychology.

 

 

Over de auteur: Hein Zegers


    Uw internetbrowser is verouderd.

    Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.