maandag 05 december 2022

Vergelijk jezelf met je vroegere zelf

Jezelf in gunstige zin vergelijken met anderen is iets wat we allemaal doen. En we stimuleren het ook bij onze kinderen, bijvoorbeeld als we ze prijzen wanneer ze beter presteren dan anderen. Maar sociale vergelijkingen kunnen leiden tot een voortdurend verlangen naar superioriteit ten opzichte van anderen en dat is een basis voor narcisme. Çisem Gürel, promovendus in de Pedagogische en Onderwijswetenschappen, onderzocht het potentieel van een alternatief: je huidige zelf vergelijken met je vroegere zelf.

‘Overal ter wereld bieden we kinderen veel gelegenheden om zichzelf in gunstige zin met anderen te vergelijken’, stelt Gürel. ‘In televisieprogramma’s, sporttoernooien en wedstrijden worden kinderen beloond als ze beter presteren dan anderen. Scholen selecteren de “beste van de klas” en zetten die in het zonnetje. Ouders en docenten prijzen kinderen als ze beter presteren dan anderen.’ We bedoelen het meestal goed, als we onze kinderen het gevoel willen geven dat ze capabel zijn en trots op zichzelf mogen zijn, maar Gürel waarschuwt voor de negatieve gevolgen van deze neerwaartse vergelijkingen.

‘Jezelf vergelijken met anderen kan zo vanzelfsprekend worden dat kinderen ook kijken hoe hun prestaties zich verhouden tot die van anderen wanneer dat er helemaal niet toe doet’, licht Gürel toe. ‘Dit draagt bij aan een voortdurend verlangen naar superioriteit ten opzichte van anderen, een kenmerk dat een basis vormt voor narcisme.’ Een hoge mate van narcisme brengt bij adolescenten het risico mee van verschillende vormen van onaangepast gedrag, zoals agressie, verslaving, angst en slechte interpersoonlijke relaties.

Een ander soort vergelijking
Gürel onderzocht of vergelijken met je vroegere zelf net zo gunstig kan zijn voor de ontwikkeling van kinderen als sociale vergelijkingen, bijvoorbeeld in de vorm van zelfverbetering, maar zonder de ongewenste effecten van sociale vergelijkingen. ‘Kunnen temporele vergelijkingen de mindset van kinderen richten op zelfverbetering, in plaats van een verlangen naar superioriteit?’ Om deze vraag te beantwoorden analyseerde ze sociale en temporele vergelijkingen bij jongeren vanaf 8 jaar. Dat is namelijk de leeftijd waarop sociale en temporele vergelijkingen een instrument worden voor zelfevaluatie. Ze onderzocht zowel neerwaartse vergelijkingen – het in gunstige zin vergelijken van jezelf met anderen versus met je vroegere zelf – als opwaartse vergelijkingen – het in ongunstige zin vergelijken van jezelf met anderen versus met je vroegere zelf.

Gürel verrichtte een experimentele studie in twaalf lagere en middelbare scholen, verzamelde kwalitatieve en kwantitatieve gegevens van 583 deelnemers van 8-18 jaar, voerde een dagboekstudie uit met 389 middelbare scholieren van 11-15 jaar, een cross-sectionele studie met 382 adolescenten en een longitudinale studie met 389 adolescenten.

Sociale vergelijkingen houden een hogere mate van narcisme in stand
Volgens de bevindingen van Gürel maken adolescenten met een hogere mate van narcisme meer neerwaartse sociale en temporele vergelijkingen in hun dagelijks leven. Dat betekent dat zij zichzelf vooral in gunstige zin met anderen en met hun vroegere zelf vergelijken. ‘Maar de mate van narcisme bleef alleen in de loop van de tijd gelijk bij neerwaartse sociale vergelijkingen, niet bij neerwaartse vergelijkingen met hun vroegere zelf.’ Bovendien vond zij niet echt een verband tussen het gevoel van eigenwaarde en neerwaartse sociale vergelijkingen: ‘Een laag gevoel van eigenwaarde werd juist in stand gehouden door opwaartse sociale vergelijkingen, waarbij je jezelf in ongunstige zin met anderen vergelijkt.’

'Deze combinatie van bevindingen toont aan dat vergelijkingsstrategieën een belangrijke rol spelen bij de instandhouding van zelfbeelden bij adolescenten’, concludeert Gürel. ‘De bevindingen vormen een aanwijzing dat sociale vergelijkingen in de loop van de tijd een hogere mate van narcisme en een lager gevoel van eigenwaarde in stand houden. Maar ook dat temporele vergelijkingen een alternatief zijn voor sociale vergelijkingen dat geen voeding geeft aan narcisme.’

Wat dit betekent voor interventies
De bevindingen kunnen gevolgen hebben voor interventies die erop gericht zijn om tegelijkertijd het gevoel van eigenwaarde te vergroten en narcisme in te perken. ‘Kinderen zijn heel goed in staat om temporele vergelijkingen te maken die gunstig zijn, zonder de ongewenste effecten van sociale vergelijkingen’, stelt Gürel. ‘Dit betekent dat temporele vergelijkingen een middel zouden kunnen zijn waarmee interventies kunnen bijdragen tot een gezonder zelfbeeld bij kinderen.’

Interventies zouden de verandering van mindset van sociale naar temporele vergelijkingen en van competitie naar samenwerking kunnen ondersteunen. ‘Op middelbare scholen zou dit bijvoorbeeld kunnen worden bereikt door meer aandacht te geven aan verbetertrajecten voor adolescenten via rapportkaarten en feedback, en door samenwerkingstaken toe te wijzen die de onderlinge afhankelijkheid van leerlingen bevorderen.’ (bron: Universiteit van Amsterdam)

Referentie
Am I Better Than I Was Before? Social and Temporal Comparisons in Childhood and Adolescence. Promotie Çisem Gürel, Universiteit van Amsterdam, 5 december 2022.

    Uw internetbrowser is verouderd.

    Voor een goede weergave is een recente versie van uw browser vereist.